Inmiddels heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Wet deregulering arbeidsrelaties (DBA).

Tijdens de parlementaire behandeling zijn door de leden van de Eerste Kamer kritische vragen gesteld over het wetsvoorstel. Een terugkerende vraag is waarom het huidige VAR-systeem niet in stand kan blijven met meer en betere handhavingsmogelijkheden voor de Belastingdienst. Deze optie is door de staatssecretaris echter van de hand gewezen.

Wat betekent dit voor u als werkgever?
De afschaffing van het huidige VAR-systeem, en de overgang naar de modelovereenkomsten, houdt in dat als u opdrachtnemers heeft die nu werkzaamheden voor u verrichten op basis van een VAR, u rekening moet houden met gewijzigde wettelijke voorschriften. De voorgestelde datum van inwerkingtreden is eind vorig jaar al verschoven van 1 januari 2016 naar 1 april 2016 en wordt nu weer uitgesteld naar 1 mei 2016. U zult dus vanaf die datum rekening moeten houden met de mogelijke wijzigen in de inhoudingsplicht, contractuele afspraken en uw administratieve verplichtingen voor zelfstandigen in uw organisatie. Hieronder hebben we de laatst voorgestelde wijzigingen nader uiteengezet.

Handhaving
Er is kritiek op het beperkte zicht op de wijze van handhaving door de Belastingdienst indien met modelovereenkomsten moet worden gewerkt. De Belastingdienst is momenteel bezig met het opstellen van een interne Handreiking beoordeling modelovereenkomst. De staatssecretaris heeft toegezegd de handreiking openbaar te maken. Daarnaast is geïnformeerd dat de handhavingsstrategie van de Belastingdienst met name gericht zal zijn op opdrachtgevers.

Inwerkingtreding
De VAR wordt dus met ingang van 1 mei 2016. Opdrachtgevers (en opdrachtnemers) hebben hierna een jaar de tijd voor implementatie van de nieuwe werkwijze en voor professionalisering. Tussen 1 mei 2016 en 1 mei 2017 zal de Belastingdienst terughoudend zijn in haar handhaving, met uitzondering van zogenoemde ‘zure’ gevallen.

Fictieve dienstbetrekking commissarissen
Door de staatssecretaris is tijdens de behandeling van het wetsvoorstel een toezegging gedaan dat de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen komt te vervallen. De voorgestelde afschaffing van de fictieve dienstbetrekking houdt in dat de organisatie waarvoor de commissaris werkzaamheden verricht vanaf 1 mei 2016 niet verplicht meer is om loonheffing in te houden en af te dragen over de commissarisbeloning. De belastingheffing vindt dan (volledig) plaats in de inkomstenbelasting.

Deze voorgestelde wijziging moet overigens nog wel verder worden uitgewerkt via (in eerste instantie) een beleidsbesluit en later via een wijziging van de Wet op de loonbelasting.