Om enige mate van duidelijkheid te scheppen in de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer heeft de overheid de Verklaring Arbeids Relatie (VAR) in het leven geroepen.

De VAR-wuo ( winst uit onderneming) en VAR- dga (directeur-grootaandeelhouder die
inkomsten genereert uit een vennootschap) bieden de meeste zekerheid. De praktijk leert dat opdrachtgevers de verklaring niet altijd even goed op zijn merites beoordelen.

Met name bij een VAR-row ( resultaat uit overige werkzaamheden) moet bij iedere opdracht opnieuw vastgesteld worden of er sprake is van een ( fictieve) dienstbetrekking.

Opdrachtgevers zijn zich niet altijd bewust van wat het verschil voor hen betekent bij het inhuren van een zzp’er, en dus ook niet van het feit dat alleen de VAR-wuo en de VAR-dga hen vrijwaart van naheffing loonbelasting/ premies volksverzekeringen en Zvw.

Een VAR is een VAR en vrijwaart de opdrachtgever, is vaak de gedachte.
De VAR is maximaal 1 jaar geldig. Mocht de opdracht over de “houdbaarheidsdatum” heengaan, dan is de zzp’er verplicht een nieuwe VAR af te geven aan zijn opdrachtgever.

Naast de afgifte van de VAR, is het ook aan te bevelen een kopie van het ID-bewijs van de zzp’er op te vragen en samen te bewaren bij de overeenkomst inzake de opdrachtverstrekking.

Overigens kan de opdrachtgever de echtheid van de VAR telefonisch controleren bij het Landelijk Coordinatiepunt VAR, telefoonnummer (088) 151 1000. Dit onderdeel van de Belastingdienst controleert of de combinatie BSN-nummer en VAR klopt en zal -op verzoek – ook de uitslag schriftelijk bevestigen.